Ralf Schumacher is zich heel goed bewust van het feit dat hij het zonder zijn broer Michael wellicht nooit tot de Formule 1 had geschopt. Toch benadrukt de zesvoudig racewinnaar dat hij zijn plek op de baan ook zeker wel verdiend heeft.
De familie Schumacher is één van de meest bekende racefamilies aller tijden. Michael Schumacher maakte in 1991 zijn Formule 1-debuut en is uiteindelijk uitgegroeid tot één van de meest succesvolle coureurs uit de geschiedenis van de sport. Ralf Schumacher maakte in 1997 zijn debuut in de koningsklasse. Hij behaalde in zijn Formule 1-carrière meer dan 27 podiumplekken en zes raceoverwinningen en heeft dus zeker bewezen dat hij talent heeft. Toch realiseert hij zich dat hij zich in een bevoorrechte positie bevond. "Zonder Michael en onze gezamenlijke manager Willi Weber was ik misschien nooit in de Formule 1 terechtgekomen", geeft Schumacher in een interview met F1-insider.com toe. "Zo eerlijk moet je gewoon zijn."
Schumacher greep alle kansen aan
"Ze hebben bepaalde deuren voor me geopend, al vanaf de junioren-klassen. Zou ik zonder mijn broer in het Formule 3-fabrieksteam van Opel zijn beland? Waarschijnlijk niet." Toch benadrukt Schumacher dat het niet allemaal een kwestie van geluk is geweest. "Ik moest toen wel zien te presteren. Ik won de race in Macau, die ook wel bekend staat als het F3 Wereldkampioenschap. Ik won het zwaarbevochten Formule 3000-kampioenschap in Japan in 1996, wat niet makkelijk was voor een buitenlander."
"Ik kreeg een kans en ik maakte er gebruik van", vervolgt hij." Ik denk daarom dan ook dat ik mijn deelname in de Formule 1 zeker wel verdiend heb op basis van prestaties. Maar helaas kon niet iedereen begrijpen dat ik mijn eigen merk was en dat ik niet alleen maar het kleine broertje van de grote kampioen wilde zijn", besluit Ralf.