De strijd tussen Mercedes en Red Bull is dit seizoen verhitter dan ooit. Dat leidt tot de nodige confrontaties, met de flexibele achtervleugel als laatste twistpunt. FIA-president Jean Todt wordt inmiddels een beetje moe van het gebekvecht. Hij ziet dergelijke kwesties het liefst verdwijnen.
De Formule 1 en ruziënde teams: ze zijn in feite onafscheidelijk. Logisch, want men werkt op het scherpst van de snede en de regels worden daarbij maximaal opgerekt. Dat leidt ertoe dat teams af en toe hun boekje te buiten gaan, waardoor de concurrentie ze weer terugfluit. Verwijten over en weer worden er ook vaak genoeg gemaakt. Enkele voorbeelden daarvan zijn het DAS-systeem van Mercedes, de 'gekopieerde' auto van Racing Point en het meest recent de flexibele achtervleugel van Red Bull.
Andere cultuur
FIA-president Jean Todt, die na dit jaar afzwaait, vindt het eigenlijk wel mooi geweest. In een interview met het Spaanse AS.com stelt de oude baas dat hij liever ziet dat de teams iets minder vaak verbaal met elkaar op de vuist gaan. "Het is interessant, er is meer concurrentie en ook meer controverse", antwoordt hij op de vraag hoe hij dit seizoen tot nu toe beleeft. Toch ziet hij liever iets minder controverse in de sport, iets dat hij probeerde te bereiken in zijn tijd als FIA-directeur. "In zekere zin werd het bereikt toen we geconfronteerd werden met Covid-19. Maar er is te veel spanning, te veel concurrentie, controverse over vleugelflexibiliteit, bandenproblemen, alles."
In toom houden
Hoe kun je ervoor zorgen dat die controverse afneemt? Volgens Todt is het vooral van belang dat belangrijke beslissingen binnen de sport niet door slechts één persoon worden genomen. "De interpretatie van de regels houdt in dat je op de grens zit van wat wel en niet kan. Het zou slecht zijn voor iedereen als één persoon daarover zou beslissen. Daar moeten we streng in zijn, we hebben het team drastisch versterkt."