Max Verstappen vertelt dat de DRS ondanks de nieuwe auto's nog altijd een noodzakelijk kwaad is in de Formule 1. Dat heeft de regerend wereldkampioen naar eigen zeggen gedemonstreerd in Spanje.
Verstappen kreeg tijdens de race in Barcelona te kampen met een haperend DRS-systeem. De klep in de achtervleugel van de Nederlander wilde meerdere keren niet open, waardoor hij lange tijd niet aan George Russell voorbij wist te komen. Het leidde tot grote frustratie bij de Red Bull Racing-coureur, die alles uit de kast haalde om toch aan de jonge Brit voorbij te komen. Uiteindelijk bracht een goed uitgekiemde strategie van het team hem aan de leiding in de wedstrijd.
DRS nog altijd nodig
Op de persconferentie in Monaco krijgt Verstappen de vraag of zijn gevecht met Russell heeft laten zien dat DRS nog altijd nodig is in de Formule 1: "Ja, nou, als het er niet meer is rijden we gewoon in een treintje", trapt hij af. "Ik denk dat ik heb gedemonstreerd dat het enorm frustrerend is. Op het moment heb je DRS nodig met deze auto's."
Geen slipstream meer
Wel ziet de Limburger dat er stappen in de goede richting gezet zijn met de nieuwe reglementen, al plaats hij ook een kanttekening: "We kunnen iets makkelijker volgen, maar zodra je erachter zit is de drag wat minder, je hebt bijvoorbeeld niet meer het slipstream-effect zoals afgelopen jaar. Dus dan heb je nog steeds DRS nodig om een poging te wagen bij het ingaan van de eerste bocht."