Nico Rosberg denkt dat de jongens die de afgelopen maanden flink wat uren achter de simulator hebben doorgebracht, straks een groot voordeel zullen hebben ten opzichte van de andere Formule 1-coureurs.
Het is inmiddels ruim zeven maanden geleden dat er een Grand Prix is verreden. Door de uitgestelde start van het nieuwe Formule 1-seizoen is het simracen de afgelopen maanden echter populairder dan ooit geworden. Met name jongens als Max Verstappen, Lando Norris, George Russell en Charles Leclerc doken regelmatig in verschillende online-competities op. Niet iedereen is echter een evengrote fan van de virtuele tak van sport. Zo wordt de Virtual Grand Prix Series van de Formule 1 bijvoorbeeld regelmatig bekritiseerd vanwege het feit dat de wagens geen schade op kunnen lopen.
Er is echter een groot verschil tussen het gebruik maken van de simulator en het simracen, wat voor veel coureurs toch gewoon tijdverdrijf is. Nico Rosberg is dan ook van mening dat coureurs die veel tijd achter de simulator hebben doorgebracht - Max Verstappen bijvoorbeeld - straks een groot voordeel zullen hebben ten opzichte van de rest van het veld: "Als ik nog zou racen, zou ik elke dag zoveel mogelijk uren achter de simulator doorbrengen," vertelt hij tijdens de uitzending van de virtuele Grand Prix van Azerbeidzjan. "Ik weet zeker dat het je vaardigheden helpt."
Rosberg verwacht daarom dat coureurs die de afgelopen maanden niet achter het virtuele stuur geoefend hebben, het erg zwaar gaan krijgen: "Ik kan me de eerste paar ronden na de winterstop nog goed herinneren. Je merkt dat je mentaal gewoon niet klaar bent voor die hoge snelheden en alles wat op je afkomt. Je voelt je roestig. Coureurs zullen dat gevoel nu na al deze maanden al helemaal hebben en daarom is het erg belangrijk dat je tussentijds zoveel mogelijk probeert te doen om jezelf weer klaar te stomen."