Otmar Szafnauer lijkt zich geen serieuze zorgen te maken over de hoeveelheid brandstof in de tank van Sebastian Vettel. De Duitser werd zondag in de Grand Prix van Hongarije verrassend en knap tweede, maar had volgens de FIA na de race niet meer genoeg brandstof in zijn auto. Aston Martin-teambaas Szafnauer beweert echter dat die constatering onjuist is.
De knotsgekke Grand Prix van Hongarije werd zondag verrassend gewonnen door Esteban Ocon, terwijl Vettel knap tweede eindigde voor Lewis Hamilton. Het betekende voor de Duitser zijn tweede podium van het seizoen nadat hij in de Grand Prix van Azerbeidzjan ook al tweede wist te worden. Het podium op de Hungaroring wordt hem nu echter keihard door de neus geboord omdat er na afloop van de race niet genoeg brandstof in zijn Aston Martin zat.
Coureurs moeten één liter over hebben
Alle coureurs moeten na de race nog minimaal één liter brandstof in hun tanks hebben zitten en aan die harde eis voldeed Vettel in Hongarije als enige coureur niet. De viervoudig wereldkampioen had nadat hij als tweede over de finish kwam nog maar 0,3 liter brandstof over en haalde de eis van minimaal één liter dus bij lange na niet, zo blijkt uit officiële documenten van de FIA. De teambaas van Aston Martin denkt daar echter heel anders over.
Szafnauer claimt dat er genoeg brandstof was
In gesprek met Motorsport-Magazin.com laat Szafnauer namelijk weten dat er geen reden is waarom Aston Martin zich zorgen zou moeten maken. "We hebben nog 1,74 liter benzine in de tank. Er is alleen een probleem met de voedingspomp, daarom hebben we de auto moeten parkeren. We weten hoeveel benzine we erin hebben gestopt. Via de brandstofstroommeters weten we precies hoeveel we hebben verbruikt. Omdat we de starthoeveelheid moeten aangeven, kunnen we dat zo bewijzen", aldus de teambaas.
Otmar Szafnauer says there's 1.74 litres of fuel left in the car and they can proof ithttps://t.co/JZlGAPLxGp