De Formule 1 gaat de kosten nog verder drukken nu men een nieuwe reeks reglementen heeft aangekondigd. Met deze regels moet de ontwikkelingsoorlog van motoren een halt worden toegeroepen. De wijzigingen worden mondjesmaat ingevoerd en zullen gelden tot 2026.
Vanaf volgend seizoen zal het budgetplafond worden ingevoerd, maar de ontwikkelingskosten op het gebied van de motoren vallen hier niet onder. Hierdoor kunnen de teams met veel geld enorm veel investeren in de krachtbron en op deze manier een voorsprong nemen op de concurrentie. Diverse teams maakten zich hier zorgen over, waaronder Renault. "Het is waanzinnig wat we aan de motor uitgegeven hebben. Dat gaat nu veranderen", zo werd hij geciteerd door Motorsport.com. Er is een akkoord bereikt over wat teams straks nog wel en vooral ook niet mogen aanpassen aan hun power unit.
In het verleden was het zo dat teams bij aanvang van een nieuw seizoen een gloednieuwe krachtbron introduceerden en vervolgens in de loop van het jaar diverse updates uitbrachten. Daarnaast mochten ze drie keer compleet van power unit wisselen. Dat gaat vanaf volgend jaar veranderen. De motorfabrikanten moeten een motor homologeren die van 2021 tot en met 2025 gebruikt kan worden. Dit betekent dat een krachtbron voor die periode in de basis hetzelfde blijft. Er mogen wel aanpassingen worden gedaan, maar welke onderdelen hiervoor in aanmerking komen en hoe vaak dit gedaan mag worden, staat beschreven in het reglement.
Langzaam maar zeker worden er steeds meer beperken opgelegd aan de fabrikanten. Er is een lijst opgesteld met 41 motoronderdelen die ieder jaar éénmaal een update mogen ontvangen. Hieronder vallen onder meer de MGU-K, de batterij en de elektronica. Wil een fabrikant haar motor updaten ten behoeve van de betrouwbaarheid, dan kan men hiervoor toestemming vragen bij de FIA. Deze aanvraag wordt wel inzichtelijk voor alle andere fabrikanten.