Veel mensen kennen het verhaal van Lewis Hamilton. De Brit komt niet uit een rijke familie, maar wist zich desondanks te verzekeren van een plaats in de koningsklasse van de autosport. De zesvoudig wereldkampioen ziet dat dit tegenwoordig niet meer mogelijk is en wil daar graag iets aan veranderen.
Autosport is duur, zoveel is duidelijk. Anders dan bij tennis of voetbal heb je nu eenmaal goed materiaal nodig om te kunnen winnen. Ook voor de Hamiltons was het niet goedkoop. "Ik won mijn eerste paar races en ik hield er zoveel van, dat mijn vader zei: 'Als je hard werkt op school, doe ik er alles voor om je aan het racen te houden'," zo zei Hamilton op de Graham Norton Show.
"Hij deed er alles voor om de 10-15 pond te bemachtigen om de auto bij te vullen en nieuwe banden te kopen," zo vervolgt Hamilton. "Er waren ook tijden dat ik terug kwam van school en klaar was om te racen, maar dat mijn vader zei: 'Sorry, we hebben het geld niet dit weekend, maar hopelijk heb ik met de volgende race genoeg geld om door te gaan.' Ik ben degene die in de spotlights staat, maar mijn vader is de echte held. Als hij niet zo hard had gewerkt en ik niet op mijn 13e was gecontracteerd door Ron Dennis, dan zou ik hier niet hebben gezeten."
Op de vraag of de sport dan nu wél toegankelijker is geworden voor jonge mensen, reageert Hamilton ontkennend. "Het is juist slechter geworden. Ik denk dat mijn vader ongeveer 20.000 pond heeft uitgegeven, maar vandaag de dag is het nog duurder geworden. Er zijn geen families uit de werkende klasse onderweg naar de top. Het zijn alleen nog maar rijke families." Om de sport toegankelijker te maken, wil Hamilton graag samenwerken met de FIA. "Het hoeft niet zo duur te zijn. Ik wil het graag terug naar de basis brengen en mogelijkheden creëeren."