Na de strijd tussen Max Verstappen en Charles Leclerc afgelopen weekend in Djedda is de discussie over het wel of niet hebben van DRS weer opgelaaid. Volgens Verstappen had hij de race niet gewonnen zonder DRS, maar Jan Lammers is van mening dat het tijd is om het af te schaffen.
In een interview met Motorsport.com zegt de voormalig coureur dat de race in Djedda het perfecte voorbeeld was van waarom de Formule 1 DRS niet meer nodig heeft. "Ik denk dat zondag een aankondiging is geweest van dat we DRS in de toekomst weer kunnen afschaffen. Zoals de auto’s nu zijn, kun je binnen een halve seconde achter een ander rijden en komt de auto zelfs nog weer tot leven. Dat is denk ik een goede ontwikkeling. Ze zijn geslaagd in hun streven om het racen closer te maken en dan wil je het natuurlijk ook zo puur mogelijk hebben."
Lammers ziet DRS als 'democratisering van de sport'
Volgens Lammers is DRS momenteel alleen in de sport aanwezig om de coureurs meer kans te geven om in te halen. Met de nieuwe reglementen zou DRS volgens hem niet meer nodig hoeven zijn om auto's bij te houden en in te halen. "DRS is natuurlijk het democratiseren van de sport, wat nergens op slaat. Dit is een beetje het idee: diegene op de tweede plek moet ook een kans hebben, dus laat die maar even vijfentwintig of twintig kilometer harder rijden op het rechte stuk. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op. Dat moet er eigenlijk uit, want DRS is ontstaan in een ander tijdperk waarin je nog niet dicht achter elkaar kon rijden en waarin er ook niet ingehaald werd."
DRS vergt weinig skills
Lammers ziet DRS tevens als een veel te makkelijke manier om in te halen. Volgens hem vergt het inhalen met DRS amper tot geen skills. "Nu is het inhalen bij de vleet, maar wel vaak op een belachelijk eenvoudige manier. Het lijkt wel alsof een Formule 2-auto een Formule 3 inhaalt, het heeft niks met skills van de rijder te maken. Als je de rijdersskills nog meer tot zijn recht wil laten komen en in beeld wilt hebben, dan moet DRS er eigenlijk af."