Jacques Villeneuve reed maar liefst tien jaar lang in de Formule 1 en weet dus hoe de sport in elkaar steekt. Hij concludeert dat er tegenwoordig steevast iets mis is met de koningsklasse. Volgens hem doet een leeftijd van een coureur er tegenwoordig niet meer toe. Hij neemt de situatie van Max Verstappen in 2014 als voorbeeld.
Villeneuve, die zelf in 1997 wereldkampioen werd, ziet dat Formule 1-teams steeds vaker durven te gokken op jonge en talentvolle coureurs. Volgens hem hoef je tegenwoordig niet meer de beste van de beste te zijn om je in de koningsklasse van de autosport staande te houden. Eerder deed Villeneuve hier ook al zijn beklag over, toen hij zei het vreemd te vinden dat Robert Kubica met een handicap terug kon keren in de Formule 1. De Canadees was toen ook al van mening dat alleen de allerbesten in de sport actief moeten kunnen zijn.
Ditmaal snijdt hij een ander voorbeeld aan: namelijk de eerste keer dat Max Verstappen in actie mocht komen in de Formule 1. Dit was tijdens een Grand Prix-weekend in Japan in 2014. De Nederlander mocht toen een vrije training rijden voor Scuderia Toro Rosso in de auto van Jean-Eric Vergne. Dat Verstappen toen zeer gemakkelijk zijn ronden reed over Suzuka, zegt volgens Villeneuve voldoende. Hij is van mening dat er echt iets mis is met de sport als een piepjonge coureur zo gemakkelijk over één van de zwaarste circuits gaat.
Natuurlijk is Max een uitzonderlijk talent, maar zelfs met extreem veel talent zou dit niet moeten kunnenJacques Villeneuve
"Suzuka is één van de zwaarste banen op de kalender, maar na twintig ronden had Verstappen zijn snelheid al te pakken. Natuurlijk is Max een uitzonderlijk talent, maar zelfs met extreem veel talent zou dit niet moeten kunnen. Daarom is er iets mis met de Formule 1", aldus de Canadees tegenover het blad Formule 1, die denkt dat het omgedraaid ook zou werken. "Als (Fernando) Alonso over vijf jaar pas weer terugkeert, dan is hij nog net zo goed als voorheen."