Het moederbedrijf van het Alpine F1 Team, de Renault Group, heeft de stekker getrokken uit het Formule 1-motorproject van 2026. Het personeel van het Franse merk is woest, vooral op CEO Luca de Meo, en heeft een statement uitgebracht over de situatie die ze als betreurend omschrijven.
Renault zal in 2025 meedoen aan haar 44e en voorlopig laatste seizoen als motorleverancier in de koningsklasse van de autosport, zo werd afgelopen maandag aangekondigd. Het zou teveel geld kosten om een eigen power unit te ontwikkelen, ook al is de motor voor 2026 al grotendeels ontwikkeld. Daarbij is hun krachtbron sinds de introductie van de hybride-reglementen de zwakste op de grid, iets waar ze verder niks aan konden doen vanwege de zogeheten engine freeze. Naar verluidt neemt Alpine over anderhalf jaar de motor, versnellingsbak en achterwielophanging over van Mercedes. Er komt dan een einde aan een speciaal tijdperk, want Renault is sinds de jaren 90 de succesvolste motorleverancier geweest in de Formule 1.
De Social and Economic Committee (CSE) van de Alpine-motorafdeling in de fabriek in Viry-Châtillon heeft een statement uitgebracht over het nieuws dat Renault gaat stoppen. "Alle vertegenwoordigers van het personeel, die representatief zijn voor de stem van de werknemers en een meerderheid van de belanghebbenden, betreuren het besluit om het F1-motorproject in 2026 te stoppen. Deze keuze wordt gesteund door de [Renault] Group, die het financiële risico rond de F1 wil verminderen, ook al is er geen serieus onderzoek uitgevoerd om het effect op toekomstige sales en het imago van het merk te beoordelen. Oplossingen om met mogelijke partners in zee te gaan, werden door de Group afgewezen, ook al zouden ze het mogelijk hebben gemaakt om verschillende doelstellingen te bereiken: het behoud van de activiteit in de Formule 1, het verlagen van de ontwikkelings- en operationele kosten, het behoud van alle skills en de mogelijkheid om een reeds grotendeels ontwikkelde en veelbelovende RE26-motor naar het seizoen van 2026 te brengen."
"De geschiedenis in Viry laat zien dat er vaak tegenstrijdige beslissingen zijn genomen", leest het verder. "Het toont aan hoe belangrijk het is om hooggekwalificeerde vaardigheden voor de toekomst te behouden om de deur niet dicht te gooien voor een terugkeer in de Formule 1, wanneer de reglementen en de financiële context van de aandeelhouder dit aantrekkelijker maken." De CSE maakt zich verder zorgen over de banen van het personeel. Naar verluidt gaat het aantal werknemers op de motorafdeling, die dus op andere projecten gezet zullen worden, op aankomende 1 januari van 500 naar 334, en dus zullen bijna 200 mensen worden ontslagen. "Het gebrek aan volwassenheid van de voorgestelde projecten en het verlies aan vertrouwen in het management vormen een groot risico dat cruciale, vaardige mensen Viry zullen verlaten. Om al deze redenen geven de vertegenwoordigers van het CSE-personeel unaniem een negatief advies over het transformatieproject." De werknemers hebben laten weten dat ze, ondanks al deze 'negativiteit', blijven werken aan de RE26-motor, ook al hebben Alpine en Renault aangekondigd dat dit project wordt stopgezet.