Adrian Newey is een van de meest succesvolle en bekende ontwerpers uit de Formule 1. Dankzij het mooie zakcentje wat hij met zijn tekenkunsten verdient, is het voor hem mogelijk geworden om ook af en toe achter het stuur van een auto te kruipen. Naast een paar goede resultaten heeft hij echter ook een paar flinke klappers meegemaakt. Dit is de racecarrière van Newey.
Newey studeerde luchtvaarttechniek aan de universiteit van Southampton. Nadat hij zijn diploma had gehaald in 1980, ging hij bij het Fittipaldi F1-team aan de slag als engineer en een jaar later was hij naast Johnny Cecotto te vinden in de Europese Formule 2. March was onder de indruk van Newey en bood hem een plek als ontwerper aan. Zijn March 83G, een sportscar voor de GTP-reglementen, won het IMSA-kampioenschap met Al Holbert en Holbert Racing in 1983 en met Randy Lanier en Blue Thunder Racing in 1984. March zette hem ook in voor het ontwerp van de March 85C, een IndyCar-bolide. Al Unser pakte hiermee in 1985 het CART-kampioenschap en Danny Sullivan schreef de Indianapolis 500 op zijn naam, voordat Bobby Rahal een jaar later met de March 86C beide won. Het was daarna tijd voor Newey om de overstap naar de Formule 1 te maken.
Newey verantwoordelijk voor 26 wereldkampioenschappen
March keerde in 1987 na een aantal jaar afwezigheid terug in de Formule 1 en Newey kreeg de taak om de bolide van 1988 te ontwerpen. Ondanks steun van Japans vastgoedbedrijf Leyton House was het budget niet groot. In de drie seizoenen die volgden, scoorde het team slechts vier podiums. Ivan Capelli won bijna de Franse Grand Prix van 1990 op Paul Ricard, voordat de Judd-motor parten begon te spelen.
Williams nam hem voor 1991 aan als hoofdontwerper. Newey tekende auto's die het team uit Grove vijf constructeurskampioenschappen zouden opleveren, terwijl Nigel Mansell, Alain Prost, Damon Hill en Jacques Villeneuve ieder een titel pakten. Vanaf 1998 was hij technisch directeur van McLaren en ze wonnen meteen bij de constructeurs en Mika Häkkinen pakte twee wereldkampioenschappen. Daarna viel McLaren steeds buiten de boot. Eerst werden ze verslagen door de oppermachtige combinatie van Michael Schumacher en Ferrari, voordat Fernando Alonso en Renault het voor het zeggen kregen.
Newey waagde de sprong naar Red Bull Racing, een toen nog onbewezen partyteam dat na 2004 Jaguar had overgenomen. Maar de gok betaalde zich mooi uit, want tussen 2010 en 2013 werden er vier constructeurstitels binnengesleept, terwijl Sebastian Vettel keer op keer de wereldbeker pakte. Max Verstappen werd tussen 2021 en 2024 viermaal kampioen en Red Bull voegde er in 2022 en 2023 een vijfde en zesde constructeurstitel aan toe.
Sinds 3 maart 2025 vinden we Newey bij Aston Martin - niet alleen als ontwerper, maar ook als uitvoerend technisch partner.
Zware crashes in klassiekers
Newey is een groot liefhebber van klassieke sportwagens en, toen hij eenmaal het geld ervoor had, begon hij ermee te racen. Hij was in het bezit van een Ford GT40, een auto die eind jaren zestig vier keer de 24 uur van Le Mans won. Newey schreef zich in voor het Le Mans Classic-evenement van 2006, maar crashte in de tweede Mulsanne-chicane. De auto was helaas zwaar beschadigd, terwijl Newey niet meer dan een snee in zijn vinger opliep.
Later datzelfde jaar zou hij een Jaguar E-Type delen met de eerdergenoemde Rahal op Goodwood. Newey kwam echter hard in de muur terecht, omdat hij een andere auto moest ontwijken. Hij zou meer dan een uur bewusteloos zijn geweest en bracht een nacht in het ziekenhuis door.
Verder nam Newey in 2006 deel aan de AVO Ginetta Championship, vergelijkbaar met het Ginetta Junior Championship waarin Toms zoon Rocco Coronel momenteel domineert. De ontwerper deed twee races op Donington Park in het voorprogramma van het British GT en werd indrukwekkend achttiende en negende in een veld van meer dan 30 auto's.
Podium in Le Mans nét misgelopen
Newey ging in 2007 de uitdaging aan om de 24 uur van Le Mans te doen. Dat deed hij samen met Ben Aucott en Joe Macari in een door AF Corse en JMB Racing gerunde Ferrari F430 GT2. Aucott was een kampioen in de amateurklasse van het FIA GT en Macari zou later de titel binnenslepen in de Britcar Endurance. De Ferrari van het Britse trio werd onder andere gesponsord door Red Bull.
Als een van de weinige line-ups die volledig bestond uit amateurcoureurs, wilden Newey en zijn teamgenoten puur uit de problemen blijven en gewoon genieten. Ze werden laatste in de kwalificatie van de GT2-klasse op vier seconden achterstand van de Seikel Motorsport-Porsche die een na laatste was. De Ferrari bleek echter heel betrouwbaar tijdens de race en hoefde geen enkele keer naar de garage voor reparaties. Er viel een boel regen en Newey moest een triple stint doen, toen het op de zondagochtend met bakken uit de hemel kwam. Zijn race-engineer vertelde hem over de boardradio: "Adrian, de Panoz achter je is twee seconden per ronde sneller", waarop Newey reageerde: "Ik durf er geld op te zetten dat hij niet een vrouw en vier kinderen heeft."
Newey vreesde dat hij zou aquaplanen, maar hij, Aucott en Macari bleven foutloos en werden knap vierde in de GT2-klasse en 22e algemeen van 54 auto's. Porsche-fabriekscoureurs Richard Lietz en Patrick Long hadden de GT2-klasse gewonnen samen met Raymond Narac in een 997 GT3-RSR van IMSA Performance Matmut. De algemene zege ging naar de Audi R10-diesel van Frank Biela, Emanuele Pirro en Marco Werner.
In januari 2008 kroop Newey opnieuw achter het stuur van de Ferrari, toen deze door Khaleji Motorsport werd ingezet in de 24 uur van Dubai. Hij won de SP2-klasse samen met Macari, Karim Ojjeh, John Sinders en Rob Wilson, maar een probleemloze race was het niet. Ze finishten in het algemeen klassement onder andere achter een Renault Clio en meerdere diesel-BMW's.
Newey crasht opnieuw
In 2010 was Newey weer aan boord van een Ginetta te vinden. Hij deed als gastrijder mee aan de Ginetta G50 Cup op Snetterton in het voorprogramma van het British Touring Car Championship. Hij viel uit in de eerste race en werd twaalfde in de tweede race. In de derde race kreeg Newey een tik van Julien Draper en spinde. Hij stond midden op de baan stil en werd toen geramd door Tony Hughes die geen kant op kon. De klap was hard en Newey moest naar het ziekenhuis, maar gelukkig liep hij geen ernstige verwondingen op.
Drie jaar later deed Newey mee aan de Lamborghini Super Trofeo op Silverstone in het voorprogramma van de GT World Challenge Europe Endurance Cup. Hij deelde de Gallardo met Autosprint-redacteur Alberto Sabbatini en had zich netjes als achtste gekwalificeerd in een veld van 21 auto's. Maar verder dan de grid zou hij niet komen, want hij schreef de Lamborghini al in de verkenningsronde af, toen hij zijn banden op wilde warmen op Hangar Straight.
Terug in de klassiekers
In juli 2010, nog voordat Red Bull een eerste kampioenschap in de Formule 1 had gewonnen, kreeg Newey zijn eigen RB5-bolide, de wagen van 2009 waarmee ze wel vice-kampioen waren gewonnen en Sebastian Vettel en Mark Webber overwinningen mee hadden behaald. De ontwerper reed een maand later met de RB5 op de hillclimb van Goodwood.
Newey racet nog steeds ieder jaar met klassieke auto's tijdens de Goodwood Revival. Daarnaast zien we hem ook in de Grand Prix de Monaco Historique, wat eens in de twee jaar wordt gehouden voor de 'echte' Grand Prix van Monaco. Hij werd zevende in 2016 en elfde in 2018 aan boord van de Lotus 49B, de bekende Gold Leaf gesponsorde auto waarmee Lotus eind jaren zestig wereldkampioen was geworden. Vorig jaar werd hij knap vierde achter de Lotus 72 van Katsuaki Kubota, de March 721G van Matthew Wrigley en de Matra MS120C van Jean-Rémy 'Mr. John of B' Guittard.
Het is duidelijk dat Newey veel meer succes heeft gekend als ontwerper dan als coureur, maar toch heeft hij achter het stuur een indruk kunnen achterlaten.