close global

Welcome to GPFans

CHOOSE YOUR COUNTRY

  • NL
  • GB
  • ES-MX
  • NL
Twee kwalificaties in Bakoe? Dit heeft de Formule 1 allemaal al uitgeprobeerd

Twee kwalificaties in Bakoe? Dit heeft de Formule 1 allemaal al uitgeprobeerd

F1 Nieuws

Twee kwalificaties in Bakoe? Dit heeft de Formule 1 allemaal al uitgeprobeerd

Twee kwalificaties in Bakoe? Dit heeft de Formule 1 allemaal al uitgeprobeerd

Één van de hoogtepunten van een Formule 1-weekend, buiten de race om, is toch wel de kwalificatie. Op de zaterdag persen de coureurs het uiterste uit zichzelf en de wagen om zo snel mogelijk een rondje af te leggen. Eind april staat het eerste sprintweekend op het programma en alle pijlen lijken te wijzen naar twee kwalificatiesessies in dat weekend. GPFans zocht uit welke kwalificatiesystemen de Formule 1 in haar geschiedenis allemaal heeft gehanteerd.

Om te beginnen bij het begin, waarom is er überhaupt een kwalificatie? Voor de race die op zondag plaatsvindt moet een startopstelling worden gecreëerd en op basis van de snelste ronde tijdens de kwalificatie wordt dit bepaald. Coureurs doen hun stinkende best om het snelste rondje af te leggen, maar zijn natuurlijk ook gelimiteerd aan hun materiaal. Degene die op zaterdag de snelste tijd heeft weten neer te zetten, mag de Grand Prix beginnen vanaf de eerste plek, ook wel pole position genoemd.

Huidig systeem

De koningsklasse heeft een aantal formats uitgeprobeerd, voordat het huidige systeem in 2006 in werking trad. Er is door de jaren heen hier en daar nog wat aangepast, maar de grote lijnen zijn nog steeds hetzelfde gebleven. De twintig coureurs starten Q1 die over achttien minuten wordt verreden. Iedere coureur kan zoveel mogelijk snelle ronden neerzetten en zodra de vlag valt, vallen de langzaamste vijf coureurs af. De sessie die daarna volgt, is Q2 en die wordt verreden in vijftien minuten. Hierbij geldt hetzelfde als in de eerste sessie en de vijf langzaamste coureurs vallen ook hier af. Vervolgens gaat de laatste sessie van start, ook wel Q3 genoemd of de top tien-kwalificatie. De coureurs krijgen in de laatste sessie twaalf minuten de tijd om voor de pole tijd te gaan rijden en de snelste coureur zal de race starten vanaf pole position.

Beginjaren

Sinds 1950 begon de Formule 1 met een kwalificatiesysteem. In de jaren daarvoor was het gebruikelijk om door middel van een loting de startopstelling te bepalen, maar daar kwam in 1950 een eind aan. Vanaf dat moment werd er namelijk een kwalificatie bedacht. Er kwamen twee sessies, één op vrijdag en één op zaterdag. Degene die de snelste tijd kon neerzetten in één van die sessies begon vooraan. Toch was er ook een groot nadeel aan deze opzet. Zo kon het voorkomen dat er op vrijdag een droge sessie werd verreden en op zaterdag onder een regenbui werd gekwalificeerd. De tijden van de vrijdag werden dan niet geëvenaard en dus was de kwalificatie op zaterdag verre van spannend.

Één uur-kwalificatie

Van 1996 tot en met 2002 kregen de rijders maar liefst een heel uur de tijd om te kwalificeren. De wijziging was bedoeld om iets meer spektakel op de zaterdag te krijgen. Hoewel de coureurs een uur lang konden kwalificeren, mochten ze maximaal twaalf getimede ronden neerzetten. De fans en het toegestroomde publiek waren gegarandeerd van een uur lang actie, maar teams begonnen te klagen over de baanomstandigheden. Zij wilden graag profiteren van de beste baanomstandigheden, maar zaten vaak te wachten in de pitbox, totdat de mindere goden hun rondjes hadden verreden. Het werd dan ook tijd om het systeem weer op de schop te gooien.

Jacques Villeneuve 1997

Één ronde-kwalificatie

De oplossing voor het gesteggel om de beste baancondities was een kwalificatie met één vrije ronde. Op de vrijdag kreeg elke coureur een vrije ronde om zijn tijd neer te zetten. De volgorde was de stand in het klassement en het idee met het systeem was dat niemand meer kon klagen over verkeer op de baan, iedere coureur kreeg namelijk één vrije ronde. De uitslag van de vrijdag-kwalificatie was vervolgens weer de volgorde voor de zaterdag-kwalificatie. Ook tijdens die kwalificatie kreeg elke coureur een vrije ronde. De langzaamste coureur van vrijdag, mocht op zaterdag als eerst aan de bak. Toch kleefde er ook een groot nadeel aan dit systeem, want de weersomstandigheden konden enorm verschillen. Jos Verstappen wist bijvoorbeeld tijdens de Grand Prix van Frankrijk in 2003 de pole position op vrijdag te pakken op een opdrogende baan. De Nederlander kwam als één van de laatsten het circuit op en had de beste baancondities en pakte de snelste tijd. Op de zaterdag werd dit echter weer teniet gedaan.

Jos Verstappen 2003

Terug naar alleen zaterdag

In 2004 werd er een kleine aanpassing gedaan aan het kwalificatie-format. Daar waar er voorheen een kwalificatie op vrijdag en op zaterdag werd gehouden, gingen beide sessies nu naar de zaterdag toe. Alleen ook dit systeem was niet waterdicht en kon zelfs manipulatie oproepen. De langzaamste coureur van de eerste kwalificatie, moest als eerst rijden tijdens de tweede kwalificatiesessie en dat liet ruimte over voor eigen interpretatie. Michael Schumacher gaf toe dat hij tijdens de kwalificatie op Silverstone opzettelijk zijn Ferrari liet spinnen. Dat zorgde ervoor dat hij een slechte tijd op het bord had staan, maar wel als één van de eerste kon starten aan de tweede kwalificatie. Het toeval wilde dat er slecht weer op komst was en daar was de Duitser maar al te goed van op de hoogte.

Michael Schumacher 2004

Tijd optellen

Een jaartje later werd er weer aan het format gesleuteld. Ditmaal kozen de beleidsbepalers ervoor om de twee afzonderlijke kwalificatieronden bij elkaar op te tellen. Een slechte ronden in de eerste kwalificatie neerzetten, om een goede positie in de tweede kwalificatie te hebben, ging dus niet meer op. Toch was het een hele impopulaire verandering, want veel teams en fans klaagden dat kwalificatie op dat moment eigenlijk weinig spanning meer bood. De FIA greep in, want na zes wedstrijden schrapte de autobond het systeem. Voor de resterende dertien races werd ervoor gekozen om slechts één kwalificatiesessie te houden, waarbij elke coureur één vrije ronde kreeg.

Driedelige kwalificatie

Toch was ook dat systeem niet heilig en in 2006 kwam de eerste opzet van het huidige kwalificatiesysteem. Er kwamen drie sessies, waarbij in de eerste twee sessies, de langzaamste vijf coureurs zouden afvallen. In de laatste sessie was het dan tijd om te strijden voor de pole position. Het verschil met vandaag de dag was dat de coureurs in Q3 met de hoeveelheid brandstof moesten rijden, waarmee zij hun eerste stint tijdens de race konden uitzitten. Destijds was bijtanken nog toegestaan en in Q3 moesten de bolides al worden voorzien van hun eerste lading brandstof voor de race. In de praktijk zorgde dit ervoor dat coureurs in de top tien eerst een aantal ronden reden en op het moment dat het ideale brandstofniveau was bereikt, hun snelste rondje gingen neerzetten. Uiteindelijk ging de brandstofverplichting in 2008 eruit en in 2010 werd het ook tijdens de races verboden om bij te tanken.

Lewis Hamilton & Nico Rosberg 2014

Aanpassing in 2016, maar snel teruggedraaid

Hoewel het driedelige systeem voldeed aan de verwachtingen, wilde de sport in 2016 nog een element toevoegen om voor wat meer opschudding te zorgen. Coureurs hadden in Q1, Q2 en Q3 minimaal vijf minuten de tijd voor hun snelle ronde en daarna werd om de negentig seconden de langzaamste coureur uitgeschakeld. Dit systeem kreeg echter zoveel kritiek dat het na twee races weer werd afgeschaft.

Ontdek het op Google Play