De aanstaande invoering van het budgetplafond heeft als bijkomende schade dat er een aantal banen in de Formule 1 verloren gaan. Red Bull Racing-teambaas Christian Horner maakt zich echter hard om zoveel mogelijk van die banen veilig te stellen.
De Formule 1 krijgt vanaf 2021 een budgetplafond. Oorspronkelijk werd dit vastgesteld op 175 miljoen dollar per seizoen, exclusief een aantal grote kostenposten zoals het salaris van de coureurs. Vanwege de huidige situatie is deze maatregel echter aangepast. De FIA en de Formule 1-teams zijn akkoord gegaan met een vijfjarenplan, waarmee het budgetplafond in 2021 verlaagd wordt tot 145 miljoen dollar, in 2022 tot 140 miljoen dollar en tussen 2023 en 2025 tot 135 miljoen dollar. Op deze manier kan er geld bespaard worden op de ontwikkelingskosten, waarmee de financiële impact van de coronacrisis enigszins gedekt kan worden.
Dit leidt echter ook tot het pijnlijke gevolg dat er in de nabije toekomst flink wat banen in de Formule 1 niet langer nodig zullen zijn. Minder geld voor de ontwikkeling van de wagen, betekent immers ook minder benodigd personeel. Zo liet het team van McLaren - dat een groot voorstander van het verlaagde budgetplafond was - eerder deze week al weten zeventig mensen uit de Formule 1-tak van het bedrijf helaas naar huis te moeten sturen. Dit komt deels door de financiële problemen bij de Britse renstal, maar ook door het aanstaande verlaagde budgetplafond.
Ook Red Bull Racing zal afscheid moeten nemen van een deel van het Formule 1-personeel, maar Christian Horner probeert het leed zoveel mogelijk te verzachten door diegenen ergens anders te stallen: "Red Bull heeft met Advanced Technologies een groeiende bedrijfstak," vertelt hij tegenover The Race. "Daarmee hebben we onder andere de Aston Martin Valkyrie ontwikkeld." Toch zullen de maatregelen voelbaar zijn: "Dat neemt echter niet weg dat deze draconische bezuinigingsmaatregelen pijn gaat doen,' concludeert de Brit.