Voor Rinus VeeKay eindigde de Indy 500 van afgelopen weekend in mineur. De Nederlander viel uit door een crash in de pitstraat en haalde zodoende de finish niet terwijl hij in een prima positie in de top tien reed.
De Nederlander blikt terug op zijn Indy 500. “We hadden een zeer goede race. De auto lag goed, ik kon het tempo volgen en druk zetten op de mannen voor me. Het ging fout bij de derde pitstop. Ik trapte op de rem, maar er gebeurde niets – ik voelde nauwelijks remkracht. Toen ik harder in de ankers moest omdat de pitstraatingang wel heel dichtbij kwam, blokkeerden de achterbanden agressief. De achterkant haalde de voorkant in, ik raakte de muur en het was over.”
VeeKay over de crash
VeeKay vervolgt over de crash: “Uiteraard hebben we onderzocht wat er aan de hand was. Op de Speedway rijdt iedereen met andere remmen waardoor er bijvoorbeeld meer remolie nodig is. Bij mijn bolide heeft de voorste master cilinder gefaald waardoor de rembalans, die normaal 60-40 is, volledig naar de achterkant verschoof. Ik kon dat niet aan zien komen en heb enkel kunnen kiezen tussen twee kwaden: of vól in de remmen, of met bijna 200 kilometer per uur door de pitstraat heen racen, met alle gevolgen van dien.”
VeeKay kijkt alweer vooruit
VeeKay baalt, maar kijkt ook alweer strijdlustig vooruit richting het volgende raceweekend. “Het was een merkwaardige ‘500’, het was erg lastig, iedereen was erg bedacht op het weer. We gingen later van start dan gepland vanwege de baanomstandigheid en hebben ook een kortstondige neutralisatie gehad door regenval. Tot het moment in de pitstraat ging het eigenlijk heel erg goed en ik moet zeggen dat het ook hoop geeft. We zaten er in de kwalificatie niet bij, maar in de race kwamen we sterk naar voren. We nemen dit mee naar de ovalraces die later dit jaar plaatsvinden en focussen ons nu op Detroit.”