Mercedes begon het seizoen van 2021 ineens met een achterstand op het team van Red Bull en dat had de nodige redenen. Toto Wolff steekt de hand in eigen boezem en legt uit hoe het verschil tot stand kwam en hoe dat gecompenseerd is.
Na zeven jaar van Mercedesdominantie was het aan het begin van 2021 ineens de Red Bull dat zich als het te kloppen team wist op te richten. Met name in de eerste seizoenshelft leek er bij tijd en wijle geen maat te staan op het team van Max Verstappen en had de Mercedes het aan de andere kant moeilijker. Gedurende de tweede seizoenshelft kwamen de Duitsers er steeds lekkerder in en aan het einde van het seizoen leek er juist geen maat meer op de Mercedes te staan.
In gesprek met Auto. Motor und Sport kijkt Wolff terug op het aan Verstappen verloren seizoen en hij spreekt openhartig over de eigen gemaakte fouten aan het begin van het kalenderjaar. "We hadden gedacht dat het inkorten van de vloer voor de achterwielen geen probleem voor ons zou zijn, gesteund door de voorsprong uit 2020. We zagen het als een soort uitdaging, maar dat was een verkeerde inschatting. Tijdens de tests merkten we al snel hoe ver we achterlagen. Dat heeft ons een seconde gekost", blikt Wolff terug.
Afstellingen
Het duurde lang voor Mercedes het lek boven leek te hebben, maar aan het einde van het seizoen stond er geen maat meer op de renstal van Wolff. De Oostenrijker legt uit hoe dat kwam. "We begrepen onze auto beter. Onze afstellingen werden beter en we hadden minder bandenslijtage. Dat was ook terug te zien in de resultaten. In Austin hadden we het nog bij het verkeerde eind, maar vanaf Brazilië ging het alleen maar goed", besluit hij.