Lewis Hamilton is niet blij met de gang van zaken bij de start van de Grand Prix van Mexico. Max Verstappen kon zowel hem als collega Valtteri Bottas nog voor het ingaan van de eerste bocht inhalen en dat is volgens Hamilton te wijten aan de slechte verdediging van zijn teamgenoot.
Hamilton begon de race in Mexico-Stad vanaf de tweede positie, achter polesitter Bottas. De regerend wereldkampioen had gehoopt een tow van zijn teamgenoot te kunnen krijgen, maar in plaats daarvan reden ze al snel zij aan zij, omdat Bottas geen daverende start had. "Ik had het me natuurlijk anders voorgesteld, in die zin dat Valtteri een betere start zou hebben en ik kon proberen een tow te krijgen", zo vertelde Hamilton na afloop. "Maar ik zat naast hem, wat in principe goed was, en toen probeerde ik gewoon mijn kant van de baan af te schermen om ervoor te zorgen dat er niemand binnendoor kon komen."
Datzelfde had hij aan de rechterkant van de baan ook verwacht van Bottas, maar dit gebeurde in de ogen van Hamilton totaal niet. Volgens de Brit liet zijn collega de deur wagenwijd openstaan voor de aanstormende Verstappen. "Ik probeerde de Red Bull die ik in mijn spiegel kon zien (van Sergio Pérez) achter me te houden en ik dacht dat Valtteri hetzelfde zou doen", zo vertelt Hamilton. "Maar het is duidelijk dat hij de deur voor Max open liet. En Max zat op de racelijn, dus hij leverde waanzinnig werk door zo te remmen in de eerste bocht."
Toen Verstappen eenmaal buitenom wist te gaan bij Bottas, kon ook Hamilton niets meer doen, zo zegt hij. "Omdat ik aan de binnenkant op het vuil zat, was er op dat gebied ook geen hoop meer voor mij", aldus de coureur uit Stevenage.