De DRS is een handig, en vrij noodzakelijk, hulpmiddel voor Formule 1-coureurs om inhaalacties te bewerkstelligen. Ondanks het feit dat er vanaf 2022 nieuwe bolides komen, is de DRS volgens James Key nog steeds nodig in de koningsklasse.
De nieuwe regelgeving zou eigenlijk in 2021 al van kracht worden. Vanwege de coronacrisis werd dit pakket echter uitgesteld naar 2022, zodat teams de kosten konden drukken. Er moet namelijk een hele nieuwe auto gebouwd worden, wat dan ook direct de kaarten schudt. Niemand weet namelijk wie er dan in het bezit zal zijn van de beste auto. De nieuwe regels zijn bedoeld om het veld dichter bij elkaar te brengen, en zodat de coureurs betere en mooiere inhaalacties kunnen uitvoeren. De nieuwe, vereenvoudigde bolides zullen echter niet genoeg zijn om het inhalen te vergemakkelijken, waardoor de DRS, het Drag Reduction-systeem, zal blijven om een handje te helpen.
"Ik denk dat als de plannen werken, dat DRS minder invloed zal hebben. Het zal nog steeds nodig zijn, want in halen is waar deze regs uiteindelijk op gebaseerd zijn," zei James Key, de technisch directeur van McLaren. Niet alleen het nieuwe chassis is overigens belangrijk, maar het circuitontwerp is ook cruciaal. "Wat je ontdekt is dat het niet alleen de auto's zijn, maar het is ook afhankelijk van het circuit. Formule 1-auto's gaan zo snel over circuits, dat er maar een paar mogelijkheden zijn waarbij je een soort verschil kan maken in prestaties die goed genoeg zijn om in te halen, waarbij remmen uiteraard de primaire is."
Volgens Key kan DRS enorm helpen in dat soort omstandigheden. Het helpt op circuits waar het lastig is om andere auto's te volgen, zoals op Silverstone of Suzuka. Door de nieuwe regelgeving kun je als coureur dichter op de auto voor je rijden, maar een DRS is nog altijd nodig om een inhaalactie te garanderen. Maar: "Zoals het er nu uitziet zal de autoriteit van de DRS minder zijn," besluit Key.