Sebastian Vettel is niet te spreken over het feit dat de beelden van de crash van Grosjean steeds herhaalt werden. De Duitser benadrukt dat hij de beelden zelf zo veel mogelijk heeft ontweken en dat hij er niet blij mee is.

De beelden van de crash van Grosjean werden keer op keer herhaald, iets waar niet iedereen over te spreken was. Vrijwel direct na de Grand Prix van Bahrein liet Ricciardo dan ook blijken dat hij hier niet van gediend was. "Ik wil mijn afkeer en teleurstelling over de F1 uiten," zei hij na afloop tegenover Ziggo Sport. "De manier waarop het incident van Grosjean keer op keer werd uitgezonden was volkomen respectloos en onachtzaam voor zijn familie en voor al onze families die toekeken. Voor mij was het entertainment en ze spelen met al onze emoties en ik vond het behoorlijk walgelijk."

Hierop werd vervolgens gereageerd door een woordvoerder van de Formule 1 en door Guenther Steiner, die het absoluut niet eens waren met zijn kritiek. De Australiër krijgt echter wél steun van Ferrari-coureur Sebastian Vettel. "Toen ik eenmaal de boodschap kreeg dat hij uit de auto was, was het een grote opluchting," wordt Vettel geciteerd door Autosport. "Toen keek ik niet te veel naar de beelden. Ik ging naar mijn kamer en wachtte om me weer klaar te maken, wat volgens mij een goede zaak was," vertelt hij. "Ik ben het niet eens met het feit dat de beelden keer op keer werden getoond. Uiteindelijk zijn we gewoon mensen die racen en geen objecten."

Carey reageert op kritiek: "Zijn heel duidelijk geweest over onze toewijding aan mensenrechten"Lees meer

"Ik weet dat mensen het leuk vinden als de auto in brand staat en crasht, en dat is ook spannend, maar eigenlijk niet zo spannend als je in de auto zit." Hij hoopt dan ook dat er in de toekomst verandering in komt. "Misschien is het iets waar we van kunnen leren; dat we de beelden niet keer op keer hoeven te herhalen. Maar zoals ik al zei, ik heb opzettelijk geprobeerd om niet te veel naar die beelden te kijken. Toen ik eenmaal hoorde dat hij in orde was, was dat de grootste opluchting," aldus de Heppenheimer.