Max Verstappen loopt al van jongs af aan door de paddock in de Formule 1. Dat was voor hem altijd als een speeltuin, al gaat er natuurlijk ook wel eens iets niet helemaal goed op jonge leeftijd.

Als zoon van Jos Verstappen en Sophie Kumpen heeft Max Verstappen de perfecte biologische cocktail meegekregen. Jos wist het in zijn hoogtijdagen tot de koningsklasse te schoppen, terwijl Sophie in haar jongere jaren een verdienstelijk karten is geweest. Dat de Limburger al van jongs af aan achter het stuur kroop van alles dat een gaspedaal had, mag dan ook geen verrassing heten.

Max raakte ook al vroeg bekend met de wereld van de Formule 1. Vader Jos was tussen 1994 en 1998, 2000 en 2001 én in 2003 namelijk actief op het allerhoogste niveau. In die jaren ging Max regelmatig mee naar het circuit, waar hij al snel wegwijs werd in de paddock. Jos heeft in totaal 107 Grands Prix op zijn naam staan, waarvan hij 106 keer daadwerkelijk van zijn plaats kwam. Al voordat Max zelf toetrad tot de koningsklasse, had hij dus al de nodige ervaring.

Als je als jonge blaag door de paddock loopt, gaat het echter ook wel eens mis. In een door motorleverancier Honda opgezet interview doet Verstappen junior een korte anekdote uit te doeken: "Mijn vader, mijn moeder, als we aan tafel zaten ging het altijd over racen. De Formule 1 was voor mij een soort speelplaats toen ik klein was. Ik heb mijzelf zelfs een per ongeluk opgesloten in een vrachtwagen van het Arrows-team," doelt hij op de voormalige Britse renstal.